Gepubliceerd op 05-04-19
Deze professionele standaard kan worden gebruikt door alle partijen die betrokken zijn bij het uitlenen of in huur geven, het ontvangen, het gebruikersgereed maken, het gebruiken en het verzenden van instrumentarium.
Bij het huren of in bruikleen geven of nemen van leeninstrumentarium zijn meerdere partijen betrokken, namelijk de primaire gebruiker (bijvoorbeeld chirurg), de OK, de afdeling Inkoop, de leverancier, de Deskundige Steriele Medische Hulpmiddelen (DSMH) en de Centrale Sterilisatie Afdeling (CSA).
Het doel van deze veldnorm is te komen tot een goede afstemming van elkaars wensen en mogelijkheden waarbij de veiligheid van patièˆnt en medewerker voorop staat.
Daarnaast wordt er met voorliggende afspraken voor gezorgd dat het instrumentarium op het juiste moment ter beschikking staat van de gebruiker en dat de verblijfstijd in de instelling zo kort mogelijk is.
Leeninstrumentarium kan op twee manieren aangeboden worden:
A. Onsteriel
De gebruiker (lees CSA) moet het leeninstrumentarium zelf reinigen, desinfecteren en steriliseren voorafgaand aan gebruik. Na gebruik wordt het instrumentarium door de gebruiker gereinigd en gedesinfecteerd alvorens het terug wordt gestuurd naar de leverancier.
Deel A beschrijft de afspraken die gemaakt zijn voor deze vorm van leeninstrumentarium.
B. Steriel. Het leeninstrumentarium wordt steriel aangeleverd op de OK en wordt daar na gebruik weer opgehaald. De instelling hoeft het instrumentarium niet te reinigen, desinfecteren en steriliseren, niet vooraf en niet achteraf.
Zie deel B voor de werkwijze van deze route.
Zowel het onsteriele als het steriel aangeleverde leeninstrumentarium mag geen gevaar opleveren voor de patièˆnt en/of het personeel.
Indien leeninstrumentarium voor de eerste keer in een instelling gebruikt gaat worden moet het beschouwd worden als nieuw instrumentarium en dat betekend dat hierop ook het Convenant Veilige toepassing van medische technologie in de medisch specialistische zorg(6) van toepassing is.
De instelling kan zelf bepalen of ze het leeninstrumentarium steriel of onsteriel aangeleverd wil hebben. Advies daarbij is om verwarring te voorkomen, een leenset niet de ene keer onsteriel en de andere keer steriel aan te laten leveren.
Bij de aanlevering van onsteriele leensets bepaalt de DSMH of het leeninstrumentarium op de door de fabrikant geadviseerde wijze op CSA van de instelling gereinigd, gedesinfecteerd en gesteriliseerd kan worden.