Gepubliceerd op 06-04-19
Een evidence-based beleid ten aanzien van de microbiële controle van flexibele gastro- intestinale endoscopen.
Vanwege het risico op besmetting van patiënten met pathogene micro-organismen bij het gebruik van een verontreinigde flexibele endoscoop, is er nationaal en internationaal veel aandacht voor richtlijnen omtrent reiniging, desinfectie en microbiologische surveillance van flexibele endoscopen. De focus van deze richtlijnen ligt echter vooral bij het proces van reiniging, desinfectie en de methode van monsterafname. De frequentie van monsterafname en op welke wijze de uitslagen geduid moeten worden, wordt aanzienlijk minder belicht.
De richtlijn “Thermolabiele, flexibele endoscopen” van de Werkgroep Infectie Preventie (WIP, 2015) gaat vooral over de infectiepreventiemaatregelen met betrekking tot het reinigen en desinfecteren van thermolabiele, flexibele endoscopen. De richtlijn doet nadrukkelijk geen aanbeveling voor periodieke microbiologische controle van een (thermolabiele) flexibele endoscoop aangezien er “geen algemeen geaccepteerde test(en) voor en frequentie van de microbiologische controle zijn en er nog te weinig bekend is over de kosteneffectiviteit van periodieke microbiologische controles”. In 2009 verscheen het “Kwaliteitshandboek Reiniging en Desinfectie Flexibele Endoscopen” van de Stuurgroep Flexibele Endoscopen Reiniging en Desinfectie (SFERD, laatste versie 4.0 (2016)). Dit werk bestrijkt het volledige bedrijfsproces van flexibele endoscopen en alle randvoorwaarden daaromheen. De richtlijn “Thermolabiele, flexibele endoscopen” sluit aan op dit kwaliteitshandboek.
Het is onwenselijk dat er wel een standaardisatie is ten aanzien van gebruik, reiniging en desinfectie van flexibele endoscopen, maar dat dit ontbreekt voor de wijze van kweken. Thermolabiele hoog-risico endoscopen zijn makkelijker gecontamineerd omdat zij doorgaans niet geschikt zijn voor sterilisatie en door het complexe ontwerp lastig te reinigen en desinfecteren zijn. Een gestandaardiseerde wijze van kweken en rapportage is daarom mede noodzakelijk (naast goede reiniging en desinfectie) om de patiëntveiligheid en de kwaliteit van kweken te kunnen borgen. Daarnaast maakt een uniforme werkwijze het mogelijk om resultaten van verschillende instellingen met elkaar te kunnen vergelijken.